Common European Framework of Reference
Common European Framework of Reference (CEF) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke Referentiekader van de Raad van Europa. Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende niveaus.
Gesprekken |
Spreken |
Luisteren |
Schrijven |
Lezen |
|
A1 |
U kunt een eenvoudig gesprek voeren, over bekende onderwerpen, als de gesprekspartner bereid is om langzaam te spreken, dingen te herhalen en u helpt bij het formuleren van wat u probeert te zeggen. U kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden over zeer vertrouwde onderwerpen. |
U kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om uw woonomgeving en de mensen die u kent, te beschrijven. |
U kunt bekende woorden en eenvoudige zinnen herkennen, die uzelf en uw directe omgeving betreffen, mits men langzaam en duidelijk spreekt. |
U kunt een korte, eenvoudige briefkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het versturen van vakantiegroeten.U kunt persoonlijke gegevens op een formulier invullen. |
U kunt bekende woorden en eenvoudige zinnen lezen en begrijpen, bijvoorbeeld in briefjes, op posters en catalogi. |
A2 |
U kunt eenvoudige dialogen voeren, eenvoudige en directe informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten. U kunt korte sociale gesprekken voeren over familie en hobby’s, maar u begrijpt meestal niet genoeg om het gesprek zelf gaande te houden. U kunt in eenvoudige bewoordingen vertellen over uw familie, opleiding, woonplaats, huidige werkkring. |
U kunt een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen uw familie en andere mensen, leefomstandigheden, uw opleiding en uw huidige of meest recente baan te beschrijven. |
U kunt de meest voorkomende woorden en zinnen begrijpen die betrekking hebben op persoonlijke zaken (familie, boodschappen doen, werk). U begrijpt de hoofdzaken in korte, duidelijke en eenvoudige berichten en aankondigingen. |
U kunt een kort briefje of een korte notitie schrijven over dringende zaken. U kunt een eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. |
U kunt korte, eenvoudige teksten lezen. U kunt specifieke, voorspelbare informatie halen uit eenvoudige teksten, zoals advertenties, menu’s, dienstregelingen. U kunt korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. |
Gesprekken |
Spreken |
Luisteren |
Schrijven |
Lezen |
|
B1 |
U kunt zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer u in het land bent van de doeltaal. U kunt onvoorbereid deelnemen aan gesprekken over vertrouwde onderwerpen en het dagelijkse leven (familie, hobby’s, werk, reizen, actuele gebeurtenissen). U kunt zinnen op een eenvoudige manier met elkaar verbinden, zodat u ervaringen, gebeurtenissen, uw dromen, hoop en ambities kunt beschrijven. U kunt in het kort redenen en verklaringen geven voor uw meningen en ideeën. U kunt een verhaal vertellen, de plot van een boek of film en uw mening erover geven. |
U kunt uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat u ervaringen en gebeurtenissen, uw dromen, verwachtingen en ambities kunt beschrijven. U kunt in het kort redenen en verklaringen geven voor uw meningen en plannen. U kunt een verhaal vertellen of de plot van een boek of film weergeven en uw reacties beschrijven. |
U kunt de hoofdpunten begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, school en vrije tijd. U kunt de hoofdpunten begrijpen van radio- of tv-programma’s over actuele zaken die binnen uw belangstellingsfeer liggen. Voorwaarde is dat men relatief langzaam en duidelijk spreekt. |
U kunt eenvoudige teksten schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. U kunt persoonlijke brieven schrijven waarin u uw ervaringen of indrukken beschrijft. |
U kunt teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit zeer frequente, dagelijkse of aan uw werk gerelateerde taal. U kunt de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. |
B2 |
U kunt op een vloeiende manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers. U kunt een actieve rol spelen in discussies over bekende thema’s en uw mening geven. U kunt een duidelijke, gedetailleerde beschrijving geven over een breed scala van onderwerpen gerelateerd aan uw interessegebieden. |
U kunt duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op uw interessegebied. U kunt een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten. |
U kunt een uitgebreide conversatie, lezing en complexe argumentatie volgen mits het onderwerp redelijk vertrouwd is. U kunt op tv nieuws en actualiteitenprogramma’s begrijpen. U kunt het merendeel van de films in de standaardtaal begrijpen. |
U kunt een duidelijke tekst schrijven over onderwerpen die u interesseren. U kunt een essay of verslag schrijven, informatie doorgeven of een standpunt verdedigen. U kunt brieven schrijven over persoonlijke ervaringen of gebeurtenissen. |
U kunt artikelen en verslagen begrijpen over actuele onderwerpen waarin de schrijver stelling neemt, of een standpunt verwoordt. U kunt modern literair proza begrijpen. |
Gesprekken |
Spreken |
Luisteren |
Schrijven |
Lezen |
|
C1 |
U kunt zich vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. U kunt de taal flexibel en effectief gebruiken op sociaal en professioneel gebied. U kunt ideeën en meningen accuraat verwoorden en op een vaardige manier een bijdrage leveren aan een gesprek. |
U kunt duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij subthema's integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie. |
U begrijpt de meeste gesproken taal, ook als het niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. U kunt tv-programma’s en films zonder al te veel inspanning begrijpen. |
U kunt uzelf middels duidelijk gestructureerde teksten uitdrukken en uitgebreid standpunten uiteenzetten. U kunt in een brief, essay of verslag gedetailleerde uiteenzettingen geven over complexe onderwerpen. U kunt diverse soorten teksten schrijven in een persoonlijke stijl, aangepast aan de lezer voor wie het bedoeld is. |
U kunt lange en complexe, zakelijke en literaire teksten begrijpen. U kunt gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook al hebben zij geen betrekking op uw werkterrein. |
C2 |
U heeft geen enkele moeite om deel te nemen aan wat voor gesprek dan ook. U beheerst vaste uitdrukkingen en zegswijzen en kunt uzelf vloeiend uitdrukken. U kunt nuanceverschillen in meningen weergeven en kunt eventuele problemen zodanig maskeren, dat ze niet opvallen. U kunt een duidelijke beschrijving of argumentatie geven, passend bij de context en met een logische structuur nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen. |
U kunt een duidelijke, goedlopende beschrijving of redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een doeltreffende logische structuur, zodat de toehoorder in staat is de belangrijke punten op te merken en te onthouden. |
U heeft geen enkele moeite om wat voor soort gesproken taal dan ook te begrijpen. Het maakt niet uit of het gaat om direct contact of via media uitgezonden stukken tekst, mits u de tijd heeft om u vertrouwd te maken met het soort accent. |
U kunt een duidelijke en goed lopende tekst schrijven. U kunt complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. |
U heeft geen enkele moeite om wat voor soort tekst dan ook te lezen: abstracte teksten, manuscripten, literatuur en specialistische artikelen. |